Stipt om 12.30 uur verzamelden de expeditieleden zich bij Châlet d’n Observant. Bepakt en bezakt met degelijk schoeisel, warme kledij, een camera en een stevige portie wanderlust meldden ze zich. Vanaf het Châlet kan men ook de eerste glimp opvangen van de ENCI-groeve. Een bizar niemandsland. Het land van mergel, vuursteen, grond- en hemelwater. Dit is het gebied dat de 37 expeditieleden op het punt stonden om te gaan ontdekken.
Klokslag 13.00 uur stonden de drie ENCI-gidsen, onder leiding van John Vinken, klaar bij het hek dat toegang verschaft tot de groeve. Ieder expeditielid kreeg een geel neon hesjes aangereikt door een van de gidsen. Deze hesjes moeten er voor zorgen dat men elkaar niet kwijt raakt of achter laat. Het betreden van de groeve op eigen gelegenheid is ten strengste verboden. De naast de groeve gelegen ENCI-fabriek produceert nog dagelijks cement, met de uit de groeve gewonnen grondstoffen. Pas in 2020 zal de ENCI-groeve echt worden opengesteld voor het grote publiek. Tot die tijd blijft de groeve en haar geheimen voorbehouden aan selecte groepen.
Verdeeld in drie groepen trok de stoet fel gele neonhesjes het zon overgoten niemandsland binnen. Het geluid van de ronkende turbine motoren, afgronden, rotswanden, holtes en azuurblauwe zeeën, die de miljoenen jaren inkleuren; dat is de pracht die de expeditieleden mochten aanschouwen. Een van de kunstenaars merkte op dat, al staande op een van de afgronden, al uitkijkend over een van de azuurblauwe meren, hij het sublieme ervoer. Overweldigd raken door het mystieke landschap en de indrukwekkende verhalen, dat is wat de groeve met je doet.
Om 15.00 uur sloot de laatste gids en zijn expeditie groep het hek achter zich, waarmee de groeve weer werd achtergelaten zoals hij werd aangetroffen. Iedereen vertrok weer naar huis met een glimp van de schoonheid van de groeve nog vers in het geheugen gebrand.
Door: Renan Schulze
[rev_slider alias=”5nov”]