* 1991, NL
Sanne Vaassen
De krachtmeting tussen controle en krachten die buiten ons liggen, is een uitgangspunt voor het werk van Sanne Vaassen. In haar video's, performances en installaties staan veranderingsprocessen centraal. Ze onderzoekt de verschillende vormen en eigenschappen die een beweging of verplaatsing kunnen aannemen en probeert deze vast te leggen. Vaassen is nieuwsgierig naar verschillende veranderingsprocessen, zoals de verschillende stromingen van water, de transformatie die een boom ondergaat van zomer naar winter, of de geleidelijke verandering van moedervlekken op haar huid. In haar werk komen deze processen aan bod in een nauwkeurig geconstrueerd spel van toeval en de controle van de kunstenaar. Ze speelt met de werkelijkheid waarin we leven, en de vastgestelde symbolen en tradities die wij hanteren.
Een versteend slakkenhuis zoals je wel eens tegenkomt in een vensterbank of dorpel wordt een verbluffend feit als je erbij stilstaat dat het dier miljoenen jaren terug leefde. Het besef van tijd en omgeving en hoe je je hier als mens toe verhoudt is een van de uitgangspunten voor een nieuw werk.
Sanne Vaassen werkt in het project ‘OVERGANGSZONE’ samen met natuurkenner Nigel Harle. Door zijn jarenlange werk aan herbaria en historische archieven op het Natuurhistorisch Museum Maastricht is Nigel vertrouwd met de vroegere flora van de Sint-Pietersberg, ook vóór de komst van de ENCI-industrie. Door de decennialange afgravingen is de begroeiing van het gebied sterk veranderd; er is veel van de oude vegetatie verdwenen en er zijn ook nieuwe plantsoorten bijgekomen. De herbaria en aantekeningen van vroegere botanisten geven zicht op elementen en kenmerken uit een verstreken tijd.
In het werk dat Sanne voor ‘OVERGANGSZONE’ ontwikkelt, laat ze zich inspireren door de leesbare verschijning van tijd, zoals weerspiegeld in de fossielen en kalkafzettingen in de ENCI-groeve en in de verdwenen flora in oude bronnen. Haar uitgangspunt hierbij is de subjectieve rol van mens en tijd te benadrukken.
Voor het eerste publieksmoment op 18 juni jl. heeft Sanne Vaassen Paleontoloog John Jagt uitgenodigd om toelichting te geven tijdens een stadswandeling over de opbouw en de geologische periode van het gesteente die te vinden zijn in Maastricht. Er zijn allerlei soorten natuursteen, zoals mergel, hardsteen, kalksteen en vuursteen terug te vinden in de stad. Deze zijn gebruikt voor gevels van gebouwen en sierbestrating. In sommige gesteenten zijn fossielen te zien, zoals doorsneden van schelpen en allerlei soorten koralen. Het is een verbluffend feit als je erbij stilstaat dat deze dieren miljoenen jaren terug leefde. Hoe verhouden we ons hiertoe als mens? Hoe zijn deze versteende resten ontstaan en wat vertellen deze over de geschiedenis?
Sanne Vaassen werkt in het project ‘OVERGANGSZONE’ samen met natuurkenner Nigel Harle. Door zijn jarenlange werk aan herbaria en historische archieven op het Natuurhistorisch Museum Maastricht is Nigel vertrouwd met de vroegere flora van de Sint-Pietersberg, ook vóór de komst van de ENCI-industrie. Door de decennialange afgravingen is de begroeiing van het gebied sterk veranderd; er is veel van de oude vegetatie verdwenen en er zijn ook nieuwe plantsoorten bijgekomen. De herbaria en aantekeningen van vroegere botanisten geven zicht op elementen en kenmerken uit een verstreken tijd.
In het werk dat Sanne voor ‘OVERGANGSZONE’ ontwikkelt, laat ze zich inspireren door de leesbare verschijning van tijd, zoals weerspiegeld in de fossielen en kalkafzettingen in de ENCI-groeve en in de verdwenen flora in oude bronnen. Haar uitgangspunt hierbij is de subjectieve rol van mens en tijd te benadrukken.
Voor het eerste publieksmoment op 18 juni jl. heeft Sanne Vaassen Paleontoloog John Jagt uitgenodigd om toelichting te geven tijdens een stadswandeling over de opbouw en de geologische periode van het gesteente die te vinden zijn in Maastricht. Er zijn allerlei soorten natuursteen, zoals mergel, hardsteen, kalksteen en vuursteen terug te vinden in de stad. Deze zijn gebruikt voor gevels van gebouwen en sierbestrating. In sommige gesteenten zijn fossielen te zien, zoals doorsneden van schelpen en allerlei soorten koralen. Het is een verbluffend feit als je erbij stilstaat dat deze dieren miljoenen jaren terug leefde. Hoe verhouden we ons hiertoe als mens? Hoe zijn deze versteende resten ontstaan en wat vertellen deze over de geschiedenis?
Sanne Vaassen werkt samen met Nigel Harle.
Nigel Harle (1952), in Engeland geboren, woont sinds 1972 in Nederlands Zuid-Limburg en is actieve florist en lid van de Plantenstudiegroep van het Natuurhistorisch Genootschap Limburg. In het door het Genootschap uitgegeven Natuurhistorisch Maandblad heeft hij vaker gepubliceerd. Sinds 2005 werkt hij wekelijks als vrijwilliger op het Natuurhistorisch Museum Maastricht, waar hij het monumentale archief van de Zuid-Limburgse florist August de Wever ordent en digitaliseert om het voor onderzoekers en natuurvrienden toegankelijk te maken. Hij adviseert ook over het beheer van twee natuurtuinen: die van het Natuurhistorisch Museum en het ecologisch project De Tuin van Sjef in Velp (Gld.). Hij is medeauteur van een boek over de orchideeën van de Sint-Pietersberg dat later in 2017 zal verfschijnen en mederedacteur van het natuurtijdschrift ’t Wiet Klieëf. Hij fotografeert ook veel in de natuur.
Vóór de eeuwwisseling was Nigel actief in de milieu-, vredes- en andere bewegingen en heeft daarbij vaak de grenzen opgezocht tussen politiek, theater en verbeelding, onder andere bij het Beginning of the End of the Old World Festival in 1993 op de afgrond van de mergelafgraving bij ‘t Rooth. Mede dankzij de toen gehouden Sjamanistische Rondtocht is het dorp voor verdwijning behoed. Twee jaar later heeft inzet van dit probaat middel bijgedragen aan het tegenhouden van de uitbreiding van Maastricht-Aachen Airport. Ook in deze tijd publiceerde hij, doorgaans in obscure bladen. De laatste jaren heeft hij samengewerkt met schrijfster Miek Zwamborn en kunstenaar Yeb Wiersma bij verkennende wandelingen in de lokale bossen. Hij wisselt nu ideeën uit met kunstenaar Sanne Vaassen.